slim en verantwoord

 

Interviews

Bennie Beuvink

Als wijkagent kreeg Bennie Beuvink te maken met een situatie in Enschede waarin een vrouw gegijzeld dreigde te worden omdat ze haar verkeersboete niet kon betalen. Ze zat in een schuldhulpverleningstraject en kreeg te maken met de overheid als hulpverlener aan de ene kant, en schuldeiser aan de andere kant. Bennie bracht de verantwoordelijke instanties met elkaar in contact en loste de situatie op. Maar erg efficiënt ging het allemaal niet. ‘Dat moet slimmer kunnen’, dacht hij. Bennie bracht deze casus vervolgens in bij het Slimmernetwerk.


Het begon toen Bennie Beuvink met zijn collega Pauline Zwart naar een Slimmernetwerk Café in Utrecht ging.. uiteindelijk had hij vier mensen om zich heen die een bijdrage wilden leveren aan het oplossen van de casus die hij had ingebracht.

“Pauline zei “volgens mij is dat wel wat voor jou”. Ik hou wel van zomaar spontaan eens iets doen en kijken wat er daar gebeurt. Dus we zijn in de trein naar Utrecht gestapt en uitgekomen in zo’n cafeetje op de eerste verdieping. Daar kwamen we mensen tegen die bevlogen zijn, maar nog niet precies weten wat de uitwerking gaat worden van een probleem. Er was een hele goede energie, maar men was ook nog op zoek naar hoe ze hier nou te werk moesten gaan. Met Pauline ben ik ook naar een tweede bijeenkomst gegaan. Die situatie met die mevrouw in Enschede, dat was toen net twee dagen geleden gebeurd. Ik ben iemand die denkt ‘nou dat ga ik inbrengen’. Dus dat heb ik gedaan. Uiteindelijk hield ik die dag vier mensen over die ik voorheen niet kende, maar die er wel wat in zagen om een bijdrage te leveren aan dat probleem.”

‘Geen enkel probleem hoeft een probleem te zijn,’ aldus Bennie. Hoewel hij ook ziet dat het vanuit een beleidspositie heel moeilijk is om voor alle gevallen in Nederland iets te regelen.

“Ik heb geleerd dat eigenlijk elk probleem in Nederland geen probleem hoeft te zijn. De mogelijkheden zijn er allemaal al. Je kunt je op een snelle, interactieve manier verbinden in een netwerk. Mijn voorbeeld: ik heb contact met een bijzonder hoogleraar en ik heb gesprekken gevoerd met de allerhoogste ambtenaren. In een vroegere situatie was dat onmogelijk geweest. Nou zijn die gesprekken niet het allerbelangrijkst, maar ik heb wel leren inzien hoe moeilijk het is om vanuit die positie voor al die gevallen in Nederland iets te moeten regelen. Veel organisaties zijn erop ingericht iets te regelen voor de grote massa. Dat betekent dat je die uitzonderingen haast niet kunt invoeren. Dat heeft toch op sommige punten tijd nodig.”

Volgens Bennie bevestigt de uitzondering de regel en hoef je dus niet alles meteen af te schaffen, als je maar blijft kijken naar wat er gebeurt. Doetanks kun je inzetten als je vastloopt, waarmee het Slimmernetwerk een ideale plek is om oplossingen te toetsen.

“Vroeger was je als professional (eind)verantwoordelijk voor een heel aantal zaken. Nu ben je vaak afhankelijk en kun je maar ten dele invloed uitoefenen. In het begin dachten we dat als we alles goed opschrijven en het aan iedereen duidelijk maken, je dan vanzelf tot een soort afhandeling komt. Ik vind dat de uitzondering de regel bevestigt. Dus het wil niet zeggen dat je alles maar moet afschaffen. Voor een grote hoeveelheid mensen kan een protocol goed werken, alleen als er absurde situaties of dilemma’s ontstaan dan moet je er met z’n allen naar kijken en je afvragen: ‘wat gebeurt er nu, en hoe kunnen we dit op een andere manier tackelen?’. Een Doetank is een middel dat je kunt inzetten als je vastloopt. Je organiseert er reflectie en tegenspraak mee, iets wat je nodig hebt in overheidsland. Het is belangrijk om anderen toe te laten en dat gebeurt in zo’n Doetank. Want iedere keer als je iets doet, als je iets nieuws doorvoert, moet je kijken wat voor effect het heeft en je afvragen wat je daarvan kan leren. Het Slimmernetwerk is ideaal om die dingen te toetsen. Een wondersmeerolie voor alles. Als je als overheid of instelling een probleem hebt waarvan je denkt ‘hier kom ik even niet uit’ dan kun je een Doetank opstarten.”

In het Slimmernetwerk ziet Bennie de ooit zo aanwezige gemoedelijkheid onder de beroepsbevolking terug. Mensen stellen zich open en buigen zich over een vraagstuk. Dit levert het meeste op wanneer je echt gaat kijken wat er gebeurt. In contact komen met de mensen voor wie je iets wil betekenen is belangrijk om een echte verandering op gang te brengen.

“Het mooie vond ik dat ik in een compleet nieuwe situatie vier mensen ontmoette die ik nu nog allemaal persoonlijk ken. Ik houd hen op de hoogte en daar krijg ik altijd reactie op. Er zit zo veel gemoedelijkheid onder de beroepsbevolking. Al die Nederlanders hebben hun eigen werk, maar stellen zich toch compleet open en buigen zich over zo’n vraagstuk. Toch klagen we al acht jaar over bureaucratie en dat soort zaken. Het verbaast me dat we met elkaar niet in staat zijn om één grote Doetank te verzinnen.”

“Toen de Doetankers daadwerkelijk met z’n vieren in Enschede op bezoek waren hebben we het meeste voortgang geboekt. Dat is het omslagpunt en dat wil ik aan iedereen meegeven. Het lijkt heel simpel, maar als je er zelf niet in zit of je er niet geestelijk mee verbindt, dan wordt het later in het proces moeizamer. Door in die situatie zelf te gaan staan, zelf te interviewen, zelf door te vragen en zelf waar te nemen kom je er. Om dat te kunnen doen zul je toch met de situatie en de mensen die het werk doen in contact moeten komen. Dat lijkt heel arbeidsintensief, maar als je het echt gaat doen zul je zien dat de grote rode lijnen ook voor soortgelijke gevallen gelden. Het proces wordt dan juist versneld.”

Ervaringen moet je delen, aldus Bennie. Ook als je het ergens minder mee eens bent.

“Ik heb de onhebbelijke gewoonte om als mij iets dwars zit altijd bij mijzelf te denken: waar heb ik last van? Ik ga bij mijzelf op zoek. Op een gegeven moment had ik zo’n moment in het Slimmernetwerk. Toen zat ik op een hellend vlak. We leerden door ervaringen hoe je Doetanks beter kon begeleiden, maar het is nooit de bedoeling geweest om zo veel mogelijk Doetanks op te starten. Daar heb ik ze toen voor gewaarschuwd. Toen heb ik mijn best gedaan om, wat ik nu ook doe, terug te geven wat ik heb meegemaakt.”

Elke ontmoeting kan waardevol zijn. Het mooiste is als mensen vanuit zichzelf een stukje nieuwsgierigheid hebben.

“Als je op vakantie gaat en je komt op een camping, dan is zelfs de kerk in de buurt verderop zodanig interessant dat je vanalles gaat opzoeken. Terwijl als je in je eigen woonomgeving bent, dan zie je die kerk en denk je ‘die staat er al zo lang..’. Nieuwsgierigheid, de eager om zelf het nieuwe te willen ontdekken, dat is zo mooi. Dat zou ik iedereen mee willen geven. Iedere keer als ik de straat op ga, ook in uniform, ontmoet ik iemand. Dat kan een hele waardevolle ontmoeting zijn, je hoeft alleen maar open te staan.”

Het proces dat is opgestart met de Doetank Schuldhulpverlening kan veel betekenen voor kinderen die in armoede leven. Bennie gaat daarvoor staan en heeft er nooit aan gedacht te stoppen.

“Als wij in staat zijn om de aanbeveling die we gedaan hebben, langzaam maar zeker van invloed te laten zijn op hoe we boetes innen, betekent dat heel veel voor kinderen in gezinnen zoals bij die mevrouw in Enschede. Dan hebben we echt iets bereikt. Want als de politie aanbelt bij zo’n gezin, je moet je voorstellen dat is net als in de oorlog, dan duiken mensen gewoon onder de bank. Iedere keer als een kind iets meemaakt en aan die situatie een naar gevoel overhoudt, vind ik dat heel vervelend. Dat hou ik liever niet. Dus daar ga ik voor staan.”

“Ik heb er nooit aan gedacht om de handdoek in de ring te gooien, omdat er steeds weer iets gebeurt. Zo’n ontmoeting met Roel bijvoorbeeld was ook een soort reflectiemoment voor het team zelf. Hij is iemand die op zijn gebied veel teweeg heeft gebracht en jij hebt dan de gelegenheid om in realtime met die man te praten; ja dat vind ik wel een bijzondere ontmoeting. Zoals sommige mensen Obama ontmoeten en het fijn vinden dat ze even met die man gesproken hebben, dat vinden ze een highlight.”

Dingen beginnen soms klein.

“Het maakt mij wel rijk: doordat ik ooit naar een Slimmernetwerk Café in Utrecht ben gegaan hebben we met elkaar iets weten te bereiken. Daar hou ik mij aan vast, dat dingen soms heel klein beginnen. Er is een bepaald soort mensen die het steeds verder brengen, waardoor het uiteindelijk mogelijk iets gaat worden. Je moet het niet zo snel loslaten.”

Tot slot,
“Vervang moeten door willen, dan ga je er zelf weer over. Als het moet is het van een ander. En je wil er plezier aan zien te houden. Eigenlijk is het heel eenvoudig, leuk he!”

Bennie is Expert Wijkagent bij de Nationale Politie Eenheid Oost. Hij was als Trekker betrokken bij de Doetank ‘Slim en verantwoord innen’, die nog steeds actief is. Bennie werkt hierin samen met Roel in ‘t Veld en Wouter van der Torre.

 

Wouter van der Torre

“Het is een heldere case, het is irrationeel dat het zo gaat en het zou anders moeten.” Wouter spreekt met interesse en verbazing over hoe langzaam verandering kan gaan. Als coach van de Doetank Slim en verantwoord innen is hij al vier jaar bezig stappen te zetten richting een verandering op beleidsniveau. Een interview over een complex vraagstuk, lichtpuntjes en het belang van niet lullen maar poetsen.

Hoe kan het dat iedereen het er mee eens is dat het anders moet, maar er toch geen actie komt? Hoe krijg je zo’n keten als de overheid anders te gaan werken? Het begon allemaal bij Bennie Beuvink, een wijkagent in Enschede die zag hoe overheidsorganisaties langs elkaar heen werkten, ten koste van de burger met een hulpvraag. Hij loste de praktijksituatie ter plekke op, maar de wens naar een structurele nieuwe aanpak was geboren.

Bennie bracht de casus in bij het Slimmernetwerk en er werd een Doetank opgestart. Inmiddels is deze afgerond, maar zijn Wouter en Bennie samen met Roel in ‘t Veld nog steeds bezig met de bevindingen uit de Doetank en het daaropvolgende advies zijn weerklank te laten vinden in Den Haag.

Het veld
Wanneer je er in bezig bent merk je pas hoe complex de overheid georganiseerd is. Terwijl als je het perspectief van de burger aanneemt, is hoe het zou moeten gaan eigenlijk heel simpel. Je hebt te maken met een confrontatie tussen praktijk en beleid en de tijdshorizon van beiden verschilt totaal. Huisuitzettingen van mensen die in een schuldhulpverleningstraject zitten zijn de dagelijkse praktijk van de professional, de beleidsmaker ziet over twee jaar het beleid ‘al’ veranderen. Maar verandering kan niet eenzijdig. Er zit een spanning tussen bottom up innovatie en draagvlak van boven creëren. Wouter: “We hebben vrij snel gemerkt dat als je wil implementeren je er toch een manager of opdrachtgever bij moet halen.”

De strategie
Als Slimmernetwerk en specifiek rondom de Doetank Schuldhulpverlening zit je met verschillende partijen bij elkaar in Niemandsland. Publieke ondernemers hebben verschillende belangen en jij bent de onafhankelijke factor die vooral  informeel handelt. Door dat informele kan je heel goed praten en elkaar dusdanig informeren dat je ook posities in kan nemen om met elkaar te functioneren in de formele wereld.

“We moeten natuurlijk opleveren en laten zien wat we doen en dat is lastig, omdat het soms gevoelig ligt.” Door dingen vast te leggen en naar buiten te brengen voelen partijen zich vastgezet en bestaat de kans dat ze niet meer met je praten. Terwijl er juist openlijk met elkaar van gedachten wordt gewisseld over wat er moet veranderen. “Misschien moet je uiteindelijk wel de publiciteit zoeken, maar dan weet je wel dat ze veel politieker gaan handelen.”

Waarom geef je niet op?
“Je krijgt toch steeds wat lichtpuntjes, wat aanknopingspunten.” Er wordt beweging gecreëerd en iets losgemaakt in de strijd voor de publieke zaak. Met iedere persoon die overtuigd wordt of bij wie je iets onder de aandacht brengt, verander je wat. En dat is vaak niet heel tastbaar. “Ik geloof wel dat we in al die gesprekken bewustwording brengen. Je laat zien hoe het bij de burger werkt.” Om die beweging op gang te brengen blijven Wouter, Bennie en Roel praten en agenderen. Bij de juiste mensen. “Je ziet dat steeds meer partijen aanhaken, we brengen ze op een spoor.”

Wat heb je nodig?
Ondernemers, mensen die pro-actief op zoek gaan naar verbindingen. Maar ook de stap dat het verder komt dan praten. “Daar zijn we ook al een tijdje mee bezig, we moeten niet lullen maar poetsen,” aldus Wouter. Het helpt om dingen klein en concreet te maken. Beleidsadviezen die kun je over de schutting gooien. Laat zien dat actie het beste is en te lang praten gevaarlijk.

“Zo’n supporter als Roel in ‘t Veld  is altijd handig, om deuren te openen.” Die legt contacten waar je als team mee verder kan. “We hadden een expertmeeting, met mensen die bij een grote multinational werken. Die zeiden ook: ‘op een gegeven moment moet ergens een top-manager een paar van die ideeën onder z’n arm nemen, en dat gaan promoten.’”

Toeval speelt soms ook een rol. Het leidt tot verbindingen die nu of later van waarde blijken te zijn. Dat is de kern van het netwerk, dat je met elkaar heel veel mensen kunt bereiken. “Toeval is ook het rapport van de ombudsman dat verscheen terwijl wij de Doetank Schuldhulpverlening aan het opstarten waren.”

“Het motiveert dat we steeds weer wat haakjes krijgen, dat zijn lichtpuntjes. Dat je ziet dat iets weer een kans biedt.”

En dan: speldenprikken.
Het is een klein team, dat echt serieus wordt genomen als gesprekspartner. Wouter: “je merkt dat we hier en daar wat speldenprikken (kunnen) uitdelen. Ik hoor dan terug dat we op alle niveau’s geagendeerd staan, maar dat we een beetje geduld moeten hebben, en dat we ze toch een beetje terechtwijzen.” De beweging is ingezet.

“Het mooie is dat we totaal over hiërarchische- en organisatiegrenzen heen gaan.” Van een publieke professional, die echt met z’n poten in de modder staat, gaat de lijn direct naar de bijzonder hoogleraar met contacten bij ministeries. Daartussen zit al die hiërarchie, of wat er ook tussen mag zitten.

“Ik ben er trots op dat we een informeel netwerk gecreëerd hebben, waar je ideeën kunt uiten en je op persoonlijke basis kan uitspreken. Waar ideeën ook vrijelijk kunnen worden uitgedacht en uitgevoerd. Waar niet vanuit standpunten en belangen wordt gepraat. De vraag waar gaat het echt over?, los van een organisatie, dat is de vraag die we willen stellen. Uiteindelijk moet het wel weer terugkomen in die organisaties, maar dan heb je het in vrijheid gehad over wat er echt speelt.”

 

Wouter van der Torre werkt als onderzoeker bij TNO.

door: Lucy Straathof